Wat heb ik nodig om te Weven?

Weven is een eeuwenoude techniek met een rijke geschiedenis. In het Stenen Tijdperk werd er al geweven met hennep; de Egyptenaren kozen drie millennia later weer voor vlas. Het principe van weven is niet veranderd door de tijd heen, maar je hebt wel enkele basisinstrumenten nodig.

Welke dingen mogen niet ontbreken in je toolkit?

  1. Weefraam
  2. Kettingdraad of breikatoen
  3. Garen
  4. Weef- of Tapijtnaald
  5. Steeklat
  6. Weefkam

Weefraam

Een weefraam is het instrument waarop je je weefwerk maakt. Er bestaan mechanische weefmachines voor productie, maar voor handwerk volstaat een houten kader als weefraam. Het weefraam is voorzien van inkepingen, zodat je eenvoudig je draden kunt spannen in keurige, symmetrische rijen. De draden die je opspant noemen we de ketting, oftewel de schering. De garen die je haaks tussen de opgespannen draden weeft wordt de inslag genoemd.

Pas je weefraam aan op de grootte van je project. Een klein weefraam kun je gemakkelijk meenemen. Als je werkt met een groot weefraam, dan zul je gebonden zijn aan 1 plek. Deze is namelijk lastiger te vervoeren.

Kettingdraad

De opgespannen draden vormen de basis voor je handwerk. Katoen werkt het fijnst als spandraad. Het is stevig en heeft bovendien weinig rek. Met katoendraad span je een keurig strakke schering over je weefraam.

Garen

Voor de inslag kan je allerlei soorten garen gebruiken. Dik of dun, pluizig of glad, plukken wol het maakt allemaal niet uit – bij weven kan alles! Als je weinig geduld hebt kun je beter kiezen voor een dikker soort garen, aangezien het weven zo een stuk sneller gaat. Hoe dunner het garen is hoe meer je ervoor nodig hebt om een stuk te weven en hoe langer het duurt. Wol is bijvoorbeeld erg populair om mee te weven. Gesponnen wol weef je gemakkelijk door de opgespannen draden en met dikke wolplukken creëer je een zachte look. Natuurlijk kan je experimenteren met andere garen en texturen – laat je creativiteit er op los!

Weef- of Tapijtnaald

Een weef- of tapijtnaald is bij uitstek geschikt om mee te weven. Zowel de weef- als tapijtnaald heeft een groot oog, waardoor je moeiteloos je garen door de naald rijgt. De ruimte tussen de opgespannen draden is meestal vrij groot; een kleine naald is dus niet nodig. De stevige, robuuste weef/tapijtnaald manoeuvreert zich gemakkelijk door de opgespannen draden, en ligt bovendien comfortabel in de hand. In tegenstelling tot tapijtnaalden hebben weefnaalden een platte punt wat ze extra geschikt maakt om mee te weven!

Steeklat(ten)

Een steeklat is een lange lat met aan beide zeide een inkeping. Deze lat wordt gebruikt om garen om te winden. Hierdoor kun je veel gemakkelijker weven omdat je niet hele lange stukken garen door de kettingdraden heen moet trekken. Hoewel niet strikt noodzakelijk maken deze latjes het weven een stuk sneller en gemakkelijker!

Weefkam

Het is soms lastig om een strak patroon op je spandraden te weven. Met je vingers lukt het niet altijd om dicht tegen de rand te weven. Met een speciale weefkam fiks je dit probleem in een handomdraai. Plaats de kam op je spangetouw, en druk de geweefde garen strak naar beneden. De meeste weefgetouwen worden geleverd met een weefkam, maar je kan ze ook los kopen. Kun je de kam even niet vinden – dan kun je natuurlijk ook een haarkam gebruiken! Je kunt dan wel het beste een houten kam gebruiken.

Geef een reactie