4 Basisknopen voor Macramé

Macramé ziet er soms ontzettend ingewikkeld uit, maar de meeste projecten werken slechts met een aantal basisknopen. Het gaat erom hoe je deze knopen met elkaar combineert! Hieronder leg ik je uit hoe je de basisknopen snel onder de knie krijgt.

In dit blog ga ik stap voor stap door de vier macramé basisknopen.

Vier Basisknopen

  1. De Frivolitéknoop of Opzetknoop
  2. De Weitasknoop – Plat & Gedraaid
  3. De Cordonknoop – Horizontaal & Verticaal
  4. Omgewikkelde Knoop

Wat heb je nodig?

Om de uitleg zo duidelijk mogelijk te maken, maak ik gebruik van verschillende kleuren garen.

Normaal gezien gebruik je uiteraard gewoon koord – hoewel het ook leuk is om een keer te experimenteren met verschillende kleuren!

Frivolitéknoop

Je begint vrijwel elk macraméproject met deze knoop. Kies eerst een decoratief hulpstuk voor je project. Dit kan van alles zijn! Wil je een sieraad of een sleutelhanger maken? Een stevige, metalen ring is hiervoor perfect. Wil je een wandkleed knopen? Ga dan voor een mooi afgewerkt stuk hout.

De opzetknoop bevestig je eenvoudig aan het hulpstuk.

  1. Vorm eerst je koord tot een lus. De helften van het koord moeten van gelijke lengte zijn.
  2. Leg de lus onder het hulpstuk, en breng daarna de uiteindes van het koord omhoog.
  3. Schuif de uiteindes door de lus, en trek deze vervolgens goed aan.

Weitasknoop – Plat

Een andere populaire knoop is de Weitasknoop. Hiervoor gebruik je meerdere stukken koord. Bevestig twee opzetknopen aan je hulpstuk. Je hebt nu vier stukken koord, maar je gebruikt alleen het uiterst linkse en rechtse koord.

  1. Pak eerst het linkse koord, en haal deze over de twee middelste koorden en onder het rechtse koord door. Aan de linkerkant ontstaat nu een lus in de vorm van een 4. Pak nu het rechtse koord, en haal deze onder de twee middelste koorden door.
  2. Vervolgens haal je het uiteinde van het rechtse koord door de linker lus.
  3. Trek beide uiteinde koord stevig aan. Je hebt nu een halve Weitasknoop. Om een hele Weitasknoop te maken, of zoals ze hem in het Engels noemen – de Square Knot – moet je nog een halve Weitasknoop maken de andere kant op.
  4. Pak nu het rechtse koord, en haal deze over de middelste koorden en onder het linkse koord door. Daarna haal je het linkse koord onder de middelste koorden door.
  5. Steek het uiteinde van het linkse koord door de lus.
  6. Trek de uiteinde stevig aan. Nu heb je een Weitasknoop!

Je wisselt dus steeds af: waarbij je eerst begin met de linker draad en daarna met de rechterdraad. Dit noemt men ook wel een platte Weitasknoop. Hieronder lees je hoe je een gedraaide Weitasknoop maakt!

Weitasknoop – Gedraaid

Als je telkens begint met de linker draad (of de rechter) dan krijg je vanzelf een gedraaide Weitasknoop.

Voor een gedraaide Weitasknoop maak je dus een halve Weitasknoop en in plaats van daarna een hele te maken, maak je nog een halve Weitasknoop met de draad die nu links ligt.

Cordonknoop – Horizontaal

Met deze populaire knoop bepaal je moeiteloos de richting van de geknoopte rijen. De knoop zelf is echter vrij eenvoudig. Zo creëer je ingewikkeld-ogende en sierlijke patronen in een handomdraai!

  1. Begin door een aantal draden op te zetten. Voor deze knoop kun je de linkerste draad als werkdraad gebruiken of een nieuw draad opleggen en daaroverheen knopen. Deze draad noem je ook wel de leidraad. Je kunt de knoop in 1 keer maken of in twee delen.
  2. Om de knoop in 1 keer te maken pak je de meest linker draad (dit noemen we de werkdraad) en brengt deze over de leidraad heen.
    Breng daarna de werkdraad onder de leidraad door aan de linkerkant zodat er een soort horizontale S ontstaat.
  3. Breng daarna de werkdraad over de leidraad aan de rechterkant en gelijk onder de leidraad door. Nu kun je de knoop aantrekken waarbij je erop let dat de werkdraad door de onderste lus gaat.

Als je de Cordonknoop in twee keer maakt, maak je twee keer een halve Cordonknoop of in het Engels de Half Hitch Knot.

  1. Breng de werkdraad omhoog over de leidraad en daarna onder de leidraad door aan de linkerkant.
    Trek aan de draad om de Halve Cordonknoop “vast” te zetten.
  2. Breng de werkdraad over de leidraad heen en daarna onder de leidraad door. Trek de werkdraad door de lus die onderaan is ontstaan om de Cordonknoop af te maken. Dit proces kan je herhalen door vervolgens van rechts naar links te werken en je leidraad te verleggen.

Wil je schuine lijnen maken? Houd dan de leidraad diagonaal!

Cordonknoop – Verticaal

Je werkdraad en je leidraad zijn nu omgedraaid. De verticale draden zijn de leidraden en de opgelegde draad of de meest linkse draad is de werkdraad.

  1. Pak de werkdraad  en leg deze onder de eerste leidraad. Aan de linkerkant ontstaat een viervormige lus.
  2. Breng de werkdraad over de leidraad en onder de werkdraad om een lus om de leidraad te vormen.
  3. Breng de werkdraad weer onder de leidraad door.
  4. Breng de werkdraad over de leidraad en onder de werkdraad om een tweede lus om de leidraad te vormen. Nu kun je de knoop aantrekken.
  5. Maak de Cordonknoop om de volgende draad heen.

Ga zo door tot je bij de laatste draad bent. Als je wilt kun je nu weer teruggaan!

Omgewikkelde Knoop

Deze knoop wordt veel gebruikt om plantenhangers af te werken met een grote kwast en natuurlijk om kleine kwastjes te maken aan je macramé project. In essentie wikkel je een draad om alle andere draden heen om ze zo bij elkaar te houden!

Je kan de koorden vasthouden, neerleggen, of door een hulpstuk rijgen.

  1. Leg je werkkoord in een U-vorm over de andere koorden. Het rechteruiteinde van je werkkoord dient langer te zijn dan het linkeruiteinde.
  2. Houd de lus vast met je wijsvinger of met je duim.
  3. Breng het rechteruiteinde onder de rest van de draden. Breng de werkdraad over de rest van de draden en over de lus.
  4. Het handigst is nu om je draden op te pakken zodat je de werkdraad er gemakkelijk omheen kan wikkelen. Wikkel vervolgens je werkkoord enkele keren om de andere koorden heen. Zorg ervoor dat een deel van de lus zichtbaar blijft!
  5. Ben je tevreden? Maak dan de knoop vast door het uiteinde van je werkkoord door de lus te halen.
  6. Trek vervolgens de aan het bovenste uiteinde van de werkdraad terwijl je het onderste uiteinde vast houdt.

Knip het bovenste en het onderste draadje af en indien nodig duw je de uiteinde met een tapijtnaald naar binnen.

Geef een reactie